Ga verder naar de inhoud

Handboek auteursrecht (deel 7): overdracht en licentie

De vermogensrechten kunnen door de auteur worden overdragen. Dat kan niet bij de morele rechten, maar de auteur kan er onder bepaalde voorwaarden wel aan verzaken. Dit zevende deel van het Handboek auteursrecht behandelt de wijze waarop de auteur kan verzaken aan zijn rechten of deze rechten kan overdragen aan een derde.

Verzaking aan morele rechten

In tegenstelling tot de vermogensrechten zijn de morele rechten in principe onvervreemdbaar. Een auteur kan dus zijn morele rechten niet aan een derde overdragen via een contractuele overeenkomst.

Wel kan een auteur contractueel verzaken aan zijn morele rechten door specifieke morele rechten af te staan. Deze afstand moet echter beperkt en duidelijk omschreven zijn. De auteur moet zich bovendien kunnen blijven verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere wijziging van zijn werk, alsook tegen enig andere aantasting van zijn werk die zijn eer of reputatie kan schaden. Voorbeelden van een dergelijke verzaking zijn de afstand van het recht op naamsvermelding die een auteur kan doen (bijvoorbeeld in het geval van een ghostwriter) en het instemmen met welomschreven wijzigingen van het werk door de opdrachtgever.

Overdracht van vermogensrechten – algemene regels

Enkel de vermogensrechten, en dus niet de morele rechten, zijn vatbaar voor gehele of gedeeltelijke overdracht aan een derde. Deze overdracht kan exclusief of niet-exclusief zijn.

De algemene regels voor een overdracht van rechten bepalen volgens het contractenrecht dat:

  • de overdracht schriftelijk moet gebeuren;
  • de overdracht restrictief (en in het voordeel van de auteur) moet worden geïnterpreteerd;
  • de overeenkomst de omvang van de verleende rechten moet bepalen, met andere woorden voor elke exploitatiewijze dient de vergoeding, reikwijdte en duur uitdrukkelijk te worden vastgelegd;
  • er geen afstand mogelijk is van bepaalde billijke vergoedingen;
  • de overdracht een exploitatieplicht inhoudt die overeenkomstig is met de eerlijke beroepspraktijken;
  • de overdracht enkel betrekking kan hebben op toekomstige werken, voor een beperkte tijd en voor zover het genre van de werken waarop de overdracht betrekking heeft, is bepaald;
  • de overdracht van de rechten betreffende nog onbekende exploitatievormen nietig is.

De vermogensrechten kunnen door een overeenkomst worden vervreemd of in licentie worden gegeven. Een dergelijke overdracht van rechten moet steeds schriftelijk gebeuren. Het contract moet de omvang van de overgedragen rechten bepalen. Bij betwisting zullen zowel de omvang van de rechten die door de auteur zijn overgedragen als de reikwijdte van de overdracht restrictief worden geïnterpreteerd. Diegene aan wie de rechten worden overgedragen, kan voortaan het werk exploiteren en dient dit te doen overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken. Er kan geen overeenkomst worden opgemaakt met betrekking tot exploitatiewijzen die nog niet bestaan op het moment van de ondertekening van de overeenkomst. Zo was er tot het midden van de jaren 1990 bijvoorbeeld nog geen sprake van exploitatiewijzen zoals de dvd en het internet. Vermogensrechten op toekomstige werken kunnen worden overgedragen, maar enkel voor een beperkte termijn en als het genre van de werken waarop de overdracht betrekking heeft is bepaald. Een auteur kan dus een overeenkomst opmaken waarin wordt vastgelegd dat hij bepaalde rechten op bijvoorbeeld toekomstige muziekwerken, audiovisuele werken of fotografische werken overdraagt voor een termijn van bijvoorbeeld 10, 50 of 70 jaar. De auteur kan in ruil voor de overdracht een financiële vergoeding vragen. De overdracht van rechten in geval van een arbeidsovereenkomst of –statuut of bij werken op bestelling is iets soepeler.

De overdracht van de materiële drager van het werk impliceert geenszins de overdracht van de auteursrechten op het werk. Een erfgoedorganisatie die eigenaar is van bijvoorbeeld een schilderij, foto of beeldhouwwerk verkrijgt als koper van de materiële drager van het werk niet de auteursrechten op dit werk. Ze heeft wel het recht om het werk tentoon te stellen. In het beste geval kan de erfgoedorganisatie voor het stellen van andere handelingen rekenen op een van de uitzonderingen op het auteursrecht, bijvoorbeeld de preserveringsuitzondering.

Overdracht van vermogensrechten - afstand en licentie

Vervreemding

Onder vervreemding wordt verstaan dat de auteur zijn vermogensrechten op het werk afstaat aan een andere persoon of organisatie (bijvoorbeeld museum, omroep, film- of muziekproducent). Een vervreemding is in zekere zin te vergelijken met een verkoop. Door een dergelijke overdracht van auteursrechten verliest de auteur elke zeggenschap op vermogensrechtelijk vlak op zijn werk. Hij behoudt wel nog zijn morele rechten, waaraan hij echter in specifieke gevallen wel kan verzaken.

Licentie

Onder licentie wordt verstaan dat de auteur zijn toestemming geeft voor een bepaalde exploitatiewijze, maar hierbij zijn vermogensrechten niet definitief overdraagt. Het kan een exclusieve of een niet-exclusieve licentie betreffen. Bij een exclusieve licentie mag de licentienemer als enige het werk van de auteur exploiteren op de hem toevertrouwde wijze. Bij een gewone of niet-exclusieve licentie mag de licentienemer het werk op een bepaalde wijze exploiteren, maar mag het werk ook nog worden geëxploiteerd door de auteur zelf en door derden die door de auteur gerechtigd zijn. Er kan ook toestemming worden verleend voor één bepaalde exploitatiewijze, maar niet voor een andere. De toestemming kan bovendien worden beperkt in duur. Een licentie is in zekere zin te vergelijken met een verhuur. De auteur behoudt op vermogensrechtelijk vlak zeggenschap over zijn werk.

Indien met een auteur een overeenkomst wordt afgesloten, dan is vanuit het standpunt van de erfgoedorganisatie een vervreemding van rechten te verkiezen. In dat geval beschikt men immers over de grootste vrijheid. Voor de auteur daarentegen zal een vervreemding van rechten echter soms te ver gaan. Om een zekere mate van zeggenschap over zijn werk te behouden zal hij eerder kiezen om een licentie in plaats van een overeenkomst tot vervreemding af te sluiten.

Overdracht van vermogensrechten aan de opdrachtgever of werkgever

Voor werken gemaakt in opdracht blijft de uitvoerende auteur de auteursrechthebbende, behalve wanneer de opdrachtgever het ontwerp bedacht én het werk onder zijn leiding en toezicht tot stand kwam. Een overdracht naar de opdrachtgever of werkgever kan enkel betrekking hebben op de vermogensrechten die toebehoren aan de auteur, niet op de morele rechten. De morele rechten blijven steeds bij de auteur, zelfs bij een overdracht van de vermogensrechten.

Tenzij bij de creatie van software en sommige databanken bestaat er géén automatische overdracht van het auteursrecht van de auteur aan zijn werkgever. Dit betekent dat de auteursrechten van werknemers en ambtenaren enkel worden overgedragen aan hun werkgever als deze overdracht uitdrukkelijk is voorzien in het arbeidscontract, het statuut van de ambtenaar of een afzonderlijke overeenkomst. Als dit niet het geval is, worden de auteursrechten niet overgedragen. Een overdracht is bovendien slechts mogelijk als het werk door de auteur daadwerkelijk is gecreëerd in het kader van de arbeidsovereenkomst of het statuut. Werken die bijvoorbeeld door de werknemer of ambtenaar zijn gecreëerd in zijn vrije tijd, vallen hier niet onder.

Er bestaat geen exploitatieplicht voor de werkgever; de werkgever kan met andere woorden vrij beslissen of hij de overgedragen rechten van werknemer of ambtenaar al dan niet zal exploiteren. Er is ook geen verplichting om per exploitatiewijze de vergoeding, reikwijdte en duur te bepalen. De overdracht kan dus via zeer algemeen geformuleerde clausules geregeld worden. Een overdracht van rechten betreffende nog onbekende exploitatiewijzen is mogelijk, maar slechts geldig als ze uitdrukkelijk is bedongen en aan de overdracht een aandeel is gekoppeld in de door die exploitatie gemaakte winst. Een overdracht van rechten betreffende toekomstige werken is mogelijk zonder beperking in tijd en zonder beperking qua genre; het is dus mogelijk om de rechten over te dragen op alle werken die de auteur (werknemer of ambtenaar) creëert tijdens de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst of statuut.

Ook voor werken die worden gecreëerd in opdracht geldt een dergelijke regeling. De voorwaarden voor een overdracht van de vermogensrechten bij een werk op bestelling zijn:

  • de opdrachtgever oefent een activiteit uit in de niet-culturele sector of in de reclamewereld;
  • het bestelde werk moet voor die activiteit zijn bestemd;
  • de overdracht van rechten moet uitdrukkelijk voorzien zijn.

Overdracht van vermogensrechten aan een uitgever

Door middel van een overeenkomst kunnen bepaalde vermogensrechten worden overgedragen aan een uitgever, die hem in staat stellen om het werk te reproduceren en te verspreiden.

De overdracht aan een uitgever kan zowel de vorm hebben van een overeenkomst tot vervreemding als van een licentie. In de praktijk zijn contracten met uitgevers meestal een overeenkomst tot vervreemding. De vermogensrechten van auteurs op een bepaald werk worden dus volledig overgedragen aan de uitgever. Met betrekking tot toekomstige werken is enkel een overdracht van rechten aan een uitgever mogelijk als deze slechts geldt voor een beperkte tijd en voor zover het genre is bepaald waarop de overdracht betrekking heeft.

Overdracht van vermogensrechten aan een filmproducent

Al wie een belangrijke inbreng heeft bij het maken van een film kan rechten voorbehouden of overdragen. De wet gaat er echter van uit dat, tenzij anders wordt afgesproken, deze vermogensrechten worden overgedragen aan de producent van de film. De wetgever acht deze overdracht van rechten noodzakelijk om de producent in staat te stellen het audiovisuele werk te exploiteren. Hij heeft er immers financieel in geïnvesteerd. Hij is in ruil voor de overdracht wel een billijke vergoeding verschuldigd.

In de praktijk wordt deze vaak in één keer afgekocht met behulp van een lump sum, een eenmalige betaling. In plaats dat de filmproducent iedereen die een belangrijke inbreng heeft gehad bij het maken van een film vergoedt voor hun rechten telkens er opbrengsten zijn, zal hij hen eenmalig vergoeden met een vast bedrag in plaats van hen met enige regelmaat (bijvoorbeeld elk jaar) een vergoeding te betalen.

Bij de vertoning van de film is de toestemming van de producent vereist, niet van de filmmaker. Het is de producent die beslist:

  • of hij die toestemming geeft of weigert;
  • of hij in ruil voor zijn toestemming een vergoeding eist;
  • hoe vaak en/of hoe lang de film mag worden vertoond.

Andere delen van het Handboek auteursrecht

Het Handboek auteursrecht bevat nog 16 andere delen. Je kunt deze raadplegen door op de onderstaande links te klikken.

Auteurs Handboek auteursrecht

  • Barbara Dierckx (PACKED vzw)
  • Sam Donvil (PACKED vzw / meemoo, Vlaams instituut voor het archief)
  • Rony Vissers (PACKED vzw / meemoo, Vlaams instituut voor het archief)
  • Ellen Van Keer (meemoo, Vlaams instituut voor het archief)

Deze pagina aanvullen of corrigeren?

Foutje gespot? Of heb je aanvullende inzichten? Deel je ervaringen via onderstaande knop.